In feite worden dartspellen gespeeld tussen twee spelers of twee teams. De teams kunnen elk uit twee of meer personen bestaan.
Negen worpen zijn over het algemeen toegestaan voor elke persoon als warming-up voordat een spel begint. Om vervolgens te bepalen welk team of welke persoon eerst zijn beurt moet nemen, wordt een dartpijltje gegooid door een persoon uit elk team. Het team met de dart die het dichtst bij de roos ligt, neemt de eerste beurt.
Elke speler gooit op zijn beurt drie pijlen. Dan worden de darts teruggevonden. Als een voet de lijn overschrijdt of een persoon over de oche struikelt en zijn pijl loslaat, telt de worp geen punten en mag niet opnieuw worden gegooid.
Darten moeten minstens vijf seconden op het bord blijven nadat de laatste worp van een speler telt. Een worp scoort niet als deze in een andere pijl steekt of als deze van het bord valt.
Darts die het op het bord halen, scoren op de volgende manier:
In de wig: het bedrag dat op de buitenste ring staat. De dubbele ring (de buitenste, smalle ring): tweemaal het aantal treffers. De drievoudige ring (de binnenste, smalle ring): driemaal het aantal treffers. Bulls eye (buitenste stier): vijfentwintig punten. Dubbel stierenoog (inner bull): vijftig punten.
Dit is de basismethode voor spelen en scoren. Een breed scala aan spellen en variaties is daarop gebaseerd en zal in de volgende sectie worden besproken.